Verder
lopen met 'etalagebenen'
Na een stukje lopen komt pijn, kramp of vermoeidheid in uw been opzetten. Steeds
moet u even stilstaan om de pijn te laten zakken. Dat kan wijzen op claudicatio
intermittens, beter bekend als 'etalagebenen'. Want wie met deze klachten in
een winkelstraat loopt, lijkt steeds even stil te staan om een etalage te bekijken.
Het is echter ook mogelijk dat de klachten pas merkbaar worden als u sneller
gaat lopen, fietst, traploopt of op moeilijker begaanbaar terrein loopt, zoals
in het bos of op het strand.
Blijf niet met klachten rondlopen
Als u denkt dat u last heeft van claudicatio intermittens, dan is het goed om
uw huisarts of fysiotherapeut te raadplegen. Met een goede aanpak zullen de
klachten op den duur meestal niet verder toenemen of zelfs afnemen. Kortom:
u kunt er veel baat bij hebben. Als in beweging kan de fysiotherapeut bepalen
wat voor u de juiste aanpak is en u daarin begeleiden. Hier leest u praktische
tips over hoe u zelf de conditie van uw benen kunt verbeteren.
Wat is claudicatio intermittens?
Tijdens het lopen hebben de beenspieren meer zuurstof nodig dan in rust. Die
zit in uw bloed, het transportmiddel in uw lichaam. Zuurstof wordt door bloedvaten
(de slagaders) aangevoerd. Als u sneller loopt of een heuvel opgaat, gebruikt
u meer zuurstof. De klachten ontstaan doordat bij etalagebenen de slagaders
van het been door aderverkalking vernauwd zijn. De vernauwing zorgt voor een
verminderde aanvoer van bloed en dus van zuurstof naar de beenspieren. Dat zorgt
voor pijnklachten tijdens het lopen, in uw voet, kuit, dijbeen of bil, afhankelijk
van de plaats van de bloedvatvernauwing. Als u stilstaat, komen de spieren tot
rust en kan het zuurstoftekort worden aangevuld. De klachten nemen dan weer
af. Bij extra inspanning, bijvoorbeeld tempoversnelling, zullen de klachten
eerder optreden omdat er dan meer zuurstof wordt gevraagd. Ook bij een lage
temperatuur zijn er sneller klachten omdat de bloedvaten door de kou iets samentrekken.
Problemen en klachten
De pijn die optreedt tijdens het lopen kan uw dagelijks leven behoorlijk verstoren,
zowel thuis, op uw werk, als in uw sociale contacten. Bovendien vermindert uw
conditie als u door de klachten te weinig beweegt. Als de aandoening langer
bestaat kunt u ook last krijgen van koude voeten, het ontbreken van een onderhuidse
vetlaag of verdikte teennagels. Wondjes aan voet of been genezen minder goed
en gaan soms zweren.
Risicofactoren voor het ontstaan van etalagebenen
Wat voor hart- en vaatziekten in het algemeen geldt, gaat ook op voor 'etalagebenen'.
Roken is de grootste risicofactor. Wie een hoge bloeddruk, een te hoog cholesterolgehalte
in het bloed of suikerziekte heeft, kan eerder etalagebenen krijgen. Ook overgewicht
en te weinig beweging zijn risicofactoren. Soms 'zit het in de familie' en kunt
u er weinig aan doen. Meerdere risicofactoren versterken elkaar.
Wat kan fysiotherapie voor u betekenen?
Door de pijn bent u geneigd minder te bewegen waardoor de klachten alleen maar
verergeren. De fysiotherapeut helpt u om in beweging te blijven en de problemen
door etalagebenen te verminderen in uw dagelijkse leven. Samen streeft u naar
een zo groot mogelijke zelfstandigheid.
Looptraining
Doordat lopen pijn gaat doen, gaan veel mensen met etalagebenen op een andere,
geforceerde manier lopen. Dit is bedoeld om klachten te vermijden, maar kost
veel energie en is op den duur juist hinderlijk. Looptraining onder begeleiding
van de fysiotherapeut blijkt daarom heel effectief te zijn. Onder deskundige
begeleiding leert u de coördinatie verbeteren en u kunt steeds verder lopen
zonder pijn.
Specifieke vaardigheden
Heeft u problemen met specifieke vaardigheden zoals traplopen? Deze kunt u dan
gericht trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut.
Advies. Het geven van de juiste informatie en goede voorlichting is een essentieel
onderdeel van de fysiotherapeutische behandeling van etalagebenen. Om blijvend
resultaat te boeken, is immers vaak een verandering van uw gedrag nodig.
Duurzaam resultaat
De fysiotherapeut leert u hoe u zelfstandig blijvend uw klachten onder controle
kunt houden. Hiervoor heeft de fysiotherapeut, naast de behandeling, een activeringsprogramma.
Dit stimuleert u om na afloop van de therapie te blijven bewegen en de gezonde
leefgewoonten voort te zetten. En dat gaat makkelijker als u plezier heeft in
de activiteiten en (eventueel) als u ze in groepsverband doet. De fysiotherapeut
adviseert dan ook bewegingsactiviteiten die bij u passen.
Wat kunt u zelf doen?
De klachten zijn vervelend, maar hoeven geen ernstige gevolgen te hebben. Het
is vooral belangrijk om tijdig actie te ondernemen. Een belangrijk deel van
de behandeling heeft u in eigen hand. Stoppen met roken, de juiste hoeveelheid
beweging en eventueel afvallen zijn de belangrijkste aandachtspunten. Verder
is een goede voetverzorging belangrijk om te voorkomen dat de slechte bloedtoevoer
leidt tot slecht genezende wondjes of zweren, met name als u suikerziekte heeft.
Probeer daarom wondjes, bijvoorbeeld bij het knippen van de nagels, te voorkomen.
Stoppen met roken
Roken schaadt de conditie van de bloedvaten ernstig. Daarom is het advies: stoppen.
De klachten nemen dan niet verder toe en vaak worden ze zelfs minder. Voor ondersteuning
bij het stoppen met roken kunt u terecht bij uw huisarts of Stivoro (zie www.stivoro.nl).
Wandelen
Het is belangrijk om te blijven bewegen, ook al krijgt u er pijn door. Door
elke dag te wandelen verbetert de bloedtoevoer in de benen. Geleidelijk kunt
u steeds langer zonder klachten lopen. Het is belangrijk om het wandeltempo
zo te kiezen dat de klachten ook daadwerkelijk optreden. Als u niet wandelt,
zult u sneller klachten krijgen. Bent u onzeker over uw mogelijkheden, vraag
dan bij uw fysiotherapeut advies en begeleiding om op een verantwoorde manier
te bewegen.
Wandeladvies
· Zorg dat uw wandeltempo hoog genoeg is om de klachten op te roepen.
· Wandel tot de klachten optreden.
· Rust uit tot de klachten verdwenen zijn.
· Herhaal deze oefening enkele malen gedurende 15 tot 30 minuten.
· Doe de wandeloefeningen 3 keer per dag.
Afvallen en goede voeding
Als u last heeft van overgewicht, probeer dan af te vallen door op calorieën
te letten, vetarm te eten en meer te bewegen. Als u minder zwaar bent, hoeven
uw spieren zich minder in te spannen, hebben ze minder zuurstof nodig en kunt
u langer probleemloos wandelen.
De behandeling van etalagebenen
De behandeling is erop gericht om problemen door de klachten te beperken en
de risicofactoren voor aderverkalking te verminderen. Sommige patiënten
hebben genoeg aan het wandeladvies. Er is echter ook een groep patiënten
die intensievere begeleiding door een fysiotherapeut nodig heeft. Soms is zelfs
een ingreep in het ziekenhuis (dotter of bypass) nodig om de vernauwing van
het bloedvat op te heffen. Ook na zo'n operatie kan een fysiotherapeutisch onderzoek
gewenst zijn. Dan wordt vooral uw manier van lopen bekeken waarna mogelijk een
fysiotherapeutische behandeling volgt.
Medicatie
Er kunnen medicijnen worden gebruikt om de risicofactoren voor hart- en vaatziekten,
zoals hoge bloeddruk, hoog cholesterol en suikerziekte, te beïnvloeden.
De medicijnen die momenteel beschikbaar zijn bij etalagebenen zijn geen vervanging
voor looptraining, stoppen met roken of een chirurgische ingreep.
Als u nog vragen heeft, overleg dan met uw fysiotherapeut.